- ongebroken
- {{ongebroken}}{{/term}}1 [niet stuk] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 intact2 [volhardend] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 intact; 〈bijwoord〉 ferme3 [onverbroken] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 ininterrompu; 〈bijwoord〉 sans interruption♦voorbeelden:1 ongebroken trouw • fidélité à toute épreuve
Deens-Russisch woordenboek. 2015.